Harmonisatie en herijking kostenverdeelmethodiek BsGW
In 2022 is binnen BsGW het project harmonisatie gestart. Hierin is een inventarisatie gemaakt van de uniformiteit in de uitvoering van de belastingverordeningen. Op basis hiervan wordt een voorstel opgesteld voor standaardvarianten (die via de kostenverdeelmethodiek verrekend worden) en maatwerkvarianten die afzonderlijk aan deelnemers in rekening worden gebracht. In de loop van 2023 zal daarom een beleidskeuze gemaakt moeten worden of Gennep (waar van toepassing) gebruik wil blijven maken van maatwerkoplossingen tegen extra kosten of dat we ons conformeren aan de standaardvarianten. Hierop zullen in 2023 de Belastingverordeningen voor 2024 moeten worden aangepast en de eventuele effecten zullen moeten worden meegenomen in de begroting 2024.
REALISATIE 2023 | Er was op 2 plaatsen sprake van mogelijk maatwerk te weten bij Afvalstoffenheffing en Rioolheffing. Uw raad heeft ervoor gekozen om voor rioolheffing te harmoniseren naar de standaardvariant. Bij de vaststelling van het nieuwe GRP zullen de kosten opnieuw worden verdeeld en voorgelegd aan uw raad. Voor afvalstoffenheffing is gekozen voor maatwerk voor 3 jaar. Bij afsluiting van het nieuwe afvalcontract in de toekomst is de insteek om over te gaan naar één van de standaardvarianten.
Benchmark ontwikkeling gemeentelijke lasten
Sinds 2020 is de macronorm OZB vervangen door de 'Benchmark gemeentelijke belastingen' (COELO). Deze benchmark geeft gemeenten meer informatie over de ontwikkeling van de lokale lasten in zowel eigen als andere gemeenten. Daarmee kunnen gemeenten nog bewuster keuzes maken over de lastenontwikkeling. De woonlasten zijn de som van de gemiddeld betaalde OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing minus een eventuele heffingskorting.
In de Gennepse begroting was het al gebruikelijk de COELO gegevens te gebruiken voor het inzichtelijk maken van de gemeentelijke lasten in vergelijking met andere gemeenten en gemiddelden.
REALISATIE 2023 | Bij de begroting 2023 waren de cijfers over 2023 nog niet beschikbaar, bij deze jaarrekening wel. Informatie hierover is te vinden onder het kopje "Financiën - Lokale lastendruk".
Omgevingswet en lokale belastingen
De Omgevingswet voegt veel regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving samen. De omgevingsvergunning, maar ook de zorgplichten voor de gemeentelijke watertaken en de inzamelplicht voor huishoudelijke afvalstoffen, vallen onder de reikwijdte van de Omgevingswet. De minister kan nadere regels stellen over de berekening van de leges omgevingsvergunning, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Er zal waarschijnlijk een wijziging in de gemeentewet moeten plaatsvinden. De invoeringsdatum van de Omgevingswet is meermaals uitgesteld. Op het moment van de opstelling van deze begroting is geen duidelijkheid over de uiteindelijke invoeringsdatum.
Realisatie 2023 | De voorbereidingen voor de aanpassing van lokale belastingwetgeving (met name Legesverordening) zijn opgenomen in het project Implementatie Omgevingswet. Eind 2022 is door (opnieuw) uitstel van de invoering van de Omgevingswet uiteindelijk de versie zonder Omgevingswet door de gemeenteraad vastgesteld op 19 december 2022 voor de belastingverordeningen 2023.
Op 18 december 2023 heeft de gemeenteraad de belastingverordeningen 2024 vastgesteld, met daarin ook de legestabel op basis van de Omgevingswet. In 2024 worden de kengetallen voor de uitvoering gemonitord.
Uitbreiding lokaal belastinggebied
Het kabinet heeft aan de Tweede Kamer bouwstenen gegeven voor een hervorming van het lokaal belastinggebied. De bouwstenen passen bij het streven van de VNG naar meer financiële flexibiliteit voor gemeenten. Gepleit wordt voor een verschuiving van € 4 miljard aan rijksbelastingen naar gemeentebelastingen.
De VNG heeft 7 randvoorwaarden benoemd waaraan uitbreiding van het lokaal belastinggebied zou moeten voldoen:
- Een groter belastinggebied is geen doel op zich maar dient om de band tussen bepalen, betalen en verantwoorden te versterken.
- Het moet gaan om een substantiële uitbreiding.
- De horizontale, democratische verantwoording waarborgt verantwoorde heffing. Limitering van de opbrengsten via rijksregelgeving past daar niet bij.
- Geen verhoging van de lastendruk. Uitbreiding van de gemeentelijke belastingen is onlosmakelijk verbonden met een navenante verlaging van de rijksbelastingen (mogelijk gemaakt door een verkleining van het gemeentefonds).
- Voor de belastingbetaler is de herziening zo veel mogelijk inkomensneutraal. Koopkrachteffecten moeten worden geneutraliseerd. Dit vereist maatregelen van het Rijk.
- Voor de belastingbetaler moet zichtbaar zijn dat er sprake is van een verschuiving en geen verhoging. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk en gemeenten.
- Vereenvoudiging door afschaffen kleinere heffingen is mogelijk voor zover er sprake is van aanvaardbare financiële gevolgen op gemeentelijk niveau.
Realisatie 2023 | Ook in 2023 zijn hierin geen nieuwe stappen gezet. Met de val van het kabinet Rutte IV is alles op het gebied van uitbreiding en verbeteringen van lokale belastingen op losse schroeven komen te staan. Het is aan een nieuw kabinet om hiermee aan de gang te gaan en beslissingen in dit dossier te nemen. Welke kant dit op zal gaan zal pas na de formatie duidelijk worden.
Samenhangende objectenregistratie (SOR)
In 2019 is een gezamenlijk project (gemeente en BsGW) gestart met als doel naast het bepalen van de gebruiksoppervlakte, het proces in te richten om de gebruiksoppervlakte zo efficiënt mogelijk te onderhouden en de datakwaliteit te verbeteren. In 2022 waren de WOZ-beschikkingen voor woningen zijn voor het eerst gebaseerd op gebruiksoppervlakte in plaats van inhoud.
Samen met BsGW is het regieportaal in gebruik genomen, waarmee gegevensuitwisseling beter en transparanter verloopt. Een doorontwikkeling is de Samenhangende Objectenregistratie (SOR), dit project is echter op landelijk on hold gezet.
Realisatie 2023 | Gezien de landelijke vertraging is ook de doorontwikkeling naar de SOR vanuit BsGW gestopt. Wel is het regieportaal als beheersplatform doorontwikkeld.